De kapel van de Heren Lazaristen is in 2018 maanden lang opgeknapt. De eigenaren van het gebedsgebouw aan de zijkant van het klooster in Panningen, de paters Lazaristen, pleegden groot onderhoud aan het rijksmonument om het op een later tijdstip in goede toestand terug te kunnen geven aan de gemeenschap van oud-gemeente Helden.
“Strikt genomen hadden de Lazaristen de kapel helemaal niet op hoeven te knappen”, vertelt Frans Rover, lid van de Kepèlse Initiatiefgroep bij Hallo. Hij doelt op de kapel die al sinds mensenheugenis aan het klooster in Panningen vastzit. “Het is dan wel een rijksmonument, maar de paters hoeven er in principe niets aan te doen. Ze hebben de opknapbeurt betaald, omdat ze de kapel uit dankbaarheid graag in de beste staat terug willen geven aan de Panningse gemeenschap.”
Na 115 jaar zijn de Lazaristen nog altijd eigenaar van het klooster en de aangrenzende kapel. In 1903 kwam de Franse congregatie van de Lazaristen naar het leegstaande klooster in Panningen. In de jaren die volgden, bouwden de paters het bestaande klooster uit en in 1908 werd de kapel aan het geheel toegevoegd. In 1912 werd het Cavaillé-Coll-Mutin-orgel geplaatst. De kapel met orgel werd in 2002 tot rijksmonument benoemd.
De paters kwamen een aantal jaar geleden zelf met het idee om hun bezittingen in Panningen ooit terug te geven aan de gemeenschap. “We zijn met niks hierheen gekomen meer dan 100 jaar geleden en we zullen ook met niks weggaan, zo zeggen ze het zelf”, vertelt Jac Willekens van de Kepèlse Initiatiefgroep. “Daarom hebben ze het plan opgepakt om de kapel in beheer van een aparte stichting te geven die ervoor kan zorgen dat die behouden blijft en dat er activiteiten plaatsvinden die passen bij de kapel. Die stichting moet nog opgericht worden. De Kepèlse Initiatiefgroep bestaat uit een groepje betrokken mensen dat zich inzet voor het behoud van dit erfgoed.”
De pater zetten hun standpunt kracht bij door de kapel volledig op te laten knappen. “Rondom de ramen zaten speciale stenen die nergens meer te krijgen waren”, vertellen Frans en Jac. “Die hebben ze speciaal uit Oost-Duitsland moeten laten komen.” De glas-in-loodramen werden naar Tilburg gebracht voor een renovatie. In de kapel werden onder meer de vloer, gewelven en banken voorzien van een likje verf. “Het lijkt alsof de ramen net twee keer met Glassex zijn gewassen, zo’n mooie lichtinval is er nu.”